Nachtangsten bij peuters

Inleiding

Wordt jouw peuter ’s-nachts regelmatig overstuur wakker? Denk aan huilen, krijsen, druk om zich heen slaan en ontroostbaar zijn. Dit kan duiden op een nachtmerrie. Iets volkomen normaals bij een peuter. Maar wat is er aan de hand als je kind ontroostbaar is en niet bereikbaar lijkt te zijn als je tegen hem praat? Dit kan duiden op nachtangsten. Officieel ook wel ‘pavor nocturnus’ genoemd.

 

Wat houdt nachtangst in?

De bronafbeelding bekijken

Nachtangst komt zeer regelmatig voor bij peuters en kleuters. Zo’n 35% van de kinderen ervaart het in meer of mindere mate. Het fenomeen treedt na enkele uren slaap op. Het kind komt ineens volledig overstuur overeind en is ontroostbaar. Contact krijgen is bijna niet mogelijk en het kan zelfs voorkomen dat je kind jou wegduwt. De heftigheid die een nachtangst met zich meebrengt, kan bij jou als ouder ook veel indruk maken. Het tijdsbestek kan verschillen van enkele minuten tot ongeve

er een

uur. Zo plots als het komt, zakt het ook weer weg. Waarna je jouw kindje zo weer in bed kan leggen en het in slaap valt. Uit onderzoek blijkt ook dat kinderen met nachtangst zich er de volgende ochtend niets meer van herinneren. Belangrijk om te weten is dat de aanvallen in ieder geval geen kwaad kunnen bij jouw kindje.

 

Wat is het verschil tussen een nachtmerrie en een nachtangst?

Het verschil tussen een nachtmerrie en een nachtangst is relatief eenvoudig te zien. Bij een nachtmerrie kan jouw kind badend in het zweet of overstuur wakker worden. Contact krijgen gaat gemakkelijk, waardoor het kind al snel weer rustig genoeg is om weer te gaan slapen. Bij een nachtangst lukt het niet om in contact te komen met je kind en is het kind nog in slaap tijdens de heftige reactie.

 

Hoe ontstaat nachtangst?

De bronafbeelding bekijken

Gedurende de slaap, doorloopt jouw kindje meerdere keren een slaapcyclus. Deze cyclus is opgebouwd uit drie fases: REM-fase, lichte slaap en diepe slaap. Zodra jouw kindje gaat slapen komt het eerst in de REM-fase terecht. Vervolgens begint de lichte slaap gevolgd door de diepe slaap. Jouw kind schommelt gedurende de nacht door deze fasen heen. Nachtmerries ontstaan in de REM-slaap. Nachtangsten ontstaan in het verloop tussen de lichte en diepe slaap. De overstap gaat niet helemaal soepel. Hierdoor is jouw kindje niet helemaal wakker, maar komt het ook niet in een diepe slaap. Dit zorgt voor een paniekaanval, tijdens de slaap.

De precieze oorzaak van nachtangsten is niet duidelijk. Wel heeft men het vermoeden dat het te maken heeft met bepaalde nog niet volledig ontwikkelde hersengebieden. Uiteindelijk ontwikkelen deze gebieden zich volledig en zal de nachtangst afnemen en verdwijnen. Naast deze oorzaak vermoed men ook dat emoties gedurende de dag het effect kunnen versterken. Veel indrukken die in de nacht verwerkt moeten worden.

 

Wat kan je doen bij nachtangsten?

Zorg allereerst voor een veilige slaapomgeving. Door het wilde bewegen tijdens de nachtangst kan jouw peuter zich bezeren tegen harde of scherpe voorwerpen in en rondom zijn bed. Ten tweede is het beter om je kind niet direct vast te pakken. Omdat jouw kindje nog in slaap is kan het zich onveilig of bedreigd voelen als hij wordt opgepakt/vastgehouden. Probeer eerst bij je kindje te gaan zitten en tegen hem/haar te praten. Mogelijk lukt het om na een tijdje contact te krijgen, wanneer het kind wakker wordt. Dan is oppakken en fysiek geruststellen natuurlijk altijd goed.

In het begin kan het voor jou als ouder flink schrikken zijn, wanneer jouw kind een nachtangst ervaart. Probeer toch zelf zo rustig mogelijk te blijven en vooral met praten te kalmeren. Om nachtangsten wellicht te verminderen kan je proberen prikkels te beperken, wanneer er minder hoeft te worden verwerkt in de nacht. Ook een vast slaapritueel kan bijdragen aan het verminderen van de nachtangsten.

Indien jouw kind een vast patroon heeft in de nachtangsten en het is mogelijk om het tijdstip waarom dit gebeurt te voorspellen, kan je proberen de slaapcyclus te doorbreken. Haal jouw kindje net voor de aanval even uit bed en biedt even wat drinken aan of laat hem/haar plassen. Hiermee start je kind vervolgens aan een nieuw cyclus en kan je een nachtangst voorkomen.